Een taaltest voor iedereen die ouder is dan 40 jaar!
Hoge bomen vangen veel ____.
Eén ____ appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand.
Wie zijn ____ verbrandt, moet op de blaren zitten.
Je moet geen 'hei' roepen voordat je de ____ over bent.
Wat de boer niet kent, dat ____ hij niet.
Wie bang leeft, gaat ook bang ____.
Nieuwe bezems vegen ____.
Men kan niet ____ wanneer men wil.
Als de vos de passie preekt, boer pas op je ____.
Men moet de dag niet prijzen voor het ____ is.